Van wie zijn de robots?
“Wat als robots enkel bestaan dankzij de overheid, die ruim investeert in basisonderzoek?”
Robots en hun financiering
Maar terug naar de robots. In zijn boek ‘Ongelijkheid. Wat kunnen we eraan doen?’ stelt Anthony Atkinson zich de vraag van wie deze robots eigenlijk zijn. Wel… van diegenen die ze ontwikkelden? Of van diegenen die ze produceerden? En dan uiteindelijk van diegene die ze koopt? Dit is een denkwijze die de meesten onder ons logisch vinden, omdat we opgroeiden in een wereld waarin eigendomsrechten op deze wijze geïnterpreteerd worden. Het is deel van het ‘dominante verhaal’ dat onze cultuur bepaalt. Maar wat als ik stel dat deze robots enkel bestaan dankzij de overheid, die ruim investeert in basisonderzoek, hetwelk de basis vormt voor deze technologieën
“Wanneer de overheid financiert en risico’s afdekt, spreken we dan nog van een vrije markt?”
Ons dominant economisch verhaal
Uiteraard is alles een tikkeltje complexer dan het hier wordt voorgesteld, maar dit neemt niet weg dat we doorgaans niet nadenken over ons dominant economisch verhaal. Terwijl deze verhalen gemaakt werden in andere tijden, met andere belangen en vooral ook vanuit andere realiteiten. Vanuit machtsverhoudingen en principes die niet meer passen in de 21ste eeuw, en waar we als 21ste eeuwse bewuste wereldburger niet meer mee akkoord kunnen gaan.
Robots zijn niet waardenvrij
Robots en andere technologische innovaties zijn niet zomaar waardenvrij. De keuze voor bepaalde innovaties, en voor de sectoren waar in innovaties geïnvesteerd wordt, heeft niet alleen een grote impact op die sectoren maar ook op de maatschappij als geheel, op korte zowel als lange termijn. Wat als, bijvoorbeeld, we fors zouden investeren in innovaties in
burgerschap en well-being? Wat als we voorrang zouden geven aan innovaties die onze planeet en klimaat herstellen? Innovatiebeslissingen worden doorgaans echter louter ingegeven door financieel-economische motieven: efficiëntieverbeteringen op plaatsen waar de meeste winst voor de aandeelhouders kan behaald worden. En volgens het dominante verhaal zou ook de consument hiervan beter worden doordat men een betere prijs kan aanbieden.
“Wat als we voorrang zouden geven aan innovaties die onze planeet en klimaat herstellen? “
Externaliteiten
Uiteraard zijn er vele neveneffecten aan deze technologische innovaties en robotisering, gaande van vervuiling van onze leefcontext tot verlies van arbeidsplaatsen met toenemende ongelijkheid en armoede. We noemen ze externaliteiten, zaken waarvoor de onderneming (die nochtans rechtspersoonlijkheid heeft) geen verantwoordelijkheid moet nemen en mag afwentelen op haar omgeving en de maatschappij. Misschien klinkt dit u niet logisch, maar het mag wel, want het maakt deel uit van ons dominante verhaal. We volgen het, zonder het nader in vraag te stellen.
“Het einde van een tijdperk herken je aan een systeem dat steeds minder werkt”
(Vlaclav Havel)
Het einde van een tijdperk
Maar wat als dit dominante verhaal niet meer werkt? Vaclav Havel zei ooit dat wanneer een systeem steeds minder werkt dit wijst op het einde van een tijdperk, het einde van een paradigma. We voelen de motor al enkele decennia sputteren, oplapmiddelen werken steeds minder goed en minder lang. Tegelijk nemen nieuwe economische theorieën en modellen steeds meer ruimte in. Duurzamere modellen, zowel op ecologisch als maatschappelijk vlak. We zitten volop in de transitie naar een nieuwe wereld, of we het nu fijn vinden of niet. Uiteraard is er weerstand… maar is weerstand geen bewijs dat er werkelijk zaken veranderen? Is weerstand niet tegelijk een beschermengel, die zorgt voor een geleidelijke transitie, zodat de leidingen niet verbranden?
Robots, van wie zijn ze?
Om terug te komen op de robots, van wie zijn ze? Ik denk dat we kunnen stellen dat de meeste van de innovaties een beetje van ons allemaal zijn. Omdat we indirect mee geholpen hebben aan hun ontstaan. Door de belastingen die we betalen en waarmee de overheid (basis)onderzoek financiert, door het onderwijssysteem dat knappe koppen opleidt, door de vele landbouwers die ons allen voeden waardoor we kunnen werken, enz. En misschien wel vooral, omdat we als mensheid allemaal meedragen en meebetalen voor deze externaliteiten, onder de vorm van slechte lucht die onze gezondheid aantast, een wijzigend klimaat dat onze toekomst onzeker maakt, te weinig gepaste jobs die zowel tot armoede als burn-outs leiden, enz. enz. Als we vanuit een nieuw dominant economisch verhaal kijken, dat systemisch kijkt en het geheel in beschouwing neemt, dan zijn deze robots van ons allemaal.